3.2.1. Met de teller van een bepaalde bewakingsfunctie wordt geteld hoe vaak een voertuig heeft gewerkt terwijl alle door de fabrikant vastgestelde bewakingsomstandigheden aanwezig waren die nodig zijn opdat die bewakingsfunctie een storing detecteert en de bestuurder waarschuwt.
3.2.1. The numerator of a specific monitor is a counter measuring the number of times a vehicle has been operated such that all monitoring conditions necessary for the specific monitor to detect a malfunction in order to warn the driver, as they have been implemented by the manufacturer, have been encountered.