11. Emphasises, with regard to the ‘urban paradox’, that the number of families on the brink of poverty, suffering as a result of material deprivation, environmental degradati
on and poor housing conditions, having very low work intensity and threatened by exclusion and energy poverty is in many cases higher in the regions around capital cities which, according to the indicators, are classified as developed; especially in the case of single-parent families, large families with four or more children, carers (especially carers of disabled family members), members of marginalised communities or older people close to retirement for whom acce
...[+++]ss to equal opportunities is difficult, deems it important to take into account the issue of physical accessibility and access to information and communication media, the achievement of which must be assessed using objective, comparable indicators, taking into account the demographic challenges; 11. bevestigt dat de zogenaamde stedelijke paradox inhoudt dat het aantal gezinnen dat op de rand van de armoede leeft en te maken heeft met materiële ontbering, milieuaantasting en slechte woonomstandigheden, een zeer lage arbeidsintensiteiten en bedreigd wordt door uitsluiting en energiearmoede, in veel gevallen hoger is in de op grond van de indicatoren als ontwikkeld te boek staande hoofdstedelijke regio’s; en meent dat het vooral in het geval van eenoudergezinnen, grote gezinnen met vier of meer kinderen, mantelzorgers (met name mantelzorgers van een gehandicapt familielid), leden van marginale gemeenschappen en ouderen die vlak voor hun pensioen staan, voor wie toegang tot gelijke kansen moeilijk is, belangrijk is aandacht te bestede
...[+++]n aan fysieke toegankelijkheid en toegang tot informatie- en communicatiemedia, waarvan de verwezenlijking aan de hand van objectieve en vergelijkbare indicatoren moet worden beoordeeld, met inachtneming van demografische uitdagingen;