The first subparagraph of Article 14(2) of the Treaty on European Union lays down the criteria for the composition of the European Parliament, namely that representatives of the Union’s citizens are not to exceed 750 in number, plus the President, that representation is to be degressively proportional, with a minimum threshold of six members per Member State, and that no Member State is to be allocated more than 96 seats.
De eerste alinea van artikel 14, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie stelt de criteria voor de samenstelling van het Europees Parlement vast, te weten dat het aantal vertegenwoordigers van de burgers van de Unie niet meer dan 750 mag bedragen, plus de voorzitter, dat de vertegenwoordiging degressief evenredig moet zijn, met een minimumdrempel van zes leden per lidstaat en dat geen enkele lidstaat meer dan 96 zetels krijgt toegewezen.