3. Member States shall require that, whenever an issuer, or a person acting on his behalf or for his account, discloses any inside information to any third party in the normal exercise of his employment, profession or duties, as referred to in Article 3(a), he must make complete and effective public disclosure of that information, simultaneously in the case of an intentional disclosure and promptly in the case of a non-intentional disclosure.
3. De lidstaten verlangen dat wanneer een emittent of een persoon die namens of voor rekening van de emittent optreedt, voorwetenschap meedeelt aan een derde in het kader van de normale uitoefening van zijn werk, beroep of functie, zoals bedoeld in artikel 3, onder a), hij deze informatie daadwerkelijk en volledig openbaar maakt, en wel gelijktijdig in geval van een opzettelijke bekendmaking en onverwijld bij een niet-opzettelijke bekendmaking.