It should have established the principle that the authorities authorised to access the data are required, first, to erase them once their usefulness has been exhausted and, second, to notify the persons concerned of that access, at least retrospectively, after the elimination of any risk that such notification might undermine the effectiveness of the measures justifying the use of those data.
De wetgever van de Unie had als beginsel moeten stellen, dat de autoriteiten die toestemming hebben voor toegang tot de gegevens, verplicht zijn om ten eerste deze gegevens te wissen zodra zij niet langer van nut zijn, en ten tweede de betrokkenen in kennis te stellen van deze toegang, ten minste achteraf, zodra ieder risico is uitgesloten dat deze informatie de doelmatigheid van de maatregelen die de exploitatie van deze gegevens rechtvaardigen, kan schaden.