Four areas are worth highlighting
in this context: 1) lifelong learning collective agreements in Belgium, Finland, Germany (metalworking industry in Baden-Württemberg), Italy and Portugal; 2) equal opportunities aiming at reducing gender pay inequalities (Belgium, Finland, Netherlands and Ireland), at combating race discrimination (France, Denmark and Ireland), at increasing employment of disabled persons (Belgium Italy and Ireland) and at preventing age discrimination (Denmark and Austria); 3) health and safety at work collective agreements on the prevention and treatment of stress (Belgium
) on well-being and ...[+++]psychological work environment (Denmark) and against the excessive workload (the Netherlands); 4) flexibility and work-life balance collective agreements on parental leave (Sweden), on family leave and family-linked working time patterns (Belgium, Greece, Italy, and the Netherlands), on sabbaticals (Finland), on childcare arrangements (Greece, Ireland and the Netherlands), on flexitime and teleworking (Italy, Austria, and Denmark) and on temporary agency workers (Italy and Germany).In deze context zijn vier gebieden vermeldenswaard: 1) collectieve overeenkomsten inzake levenslang leren in België, Finland, Duitsland (metaalverwerkende industrie in Baden-Württemberg), Italië en Portugal; 2) gelijke kansen met het oog op de vermindering van de ongelijke beloning tussen vrouwen en mannen (België, Finland, Nederland en Ierland), de bestrijding van rassendiscriminatie (Frankrijk Denemarken en Ierland), de vergroting van de werkgelegenheid vo
or personen met een handicap (België, Italië en Ierland) en de preventie van leeftijdsdiscriminatie (Denemarken en Oostenrijk); 3) collectieve overeenkomsten inzake gezondheid en ve
...[+++]iligheid op het werk in verband met de preventie en de behandeling van stress (België) en het welzijn en de psychologische werkomgeving (Denemarken) en tegen excessieve werkbelasting (Nederland); 4) collectieve overeenkomsten inzake flexibiliteit en evenwicht tussen werk en privé-leven in verband met ouderschapsverlof (Zweden), gezinsverlof en gezinsgerelateerde werktijdpatronen (België, Griekenland, Italië en Nederland), sabbatverlof (Finland), kinderopvangvoorzieningen (Griekenland, Ierland en Nederland), flexibele arbeidstijd en telewerken (Italië, Oostenrijk en Denemarken) en uitzendkrachten (Italië en Duitsland).