The General
Court erred in its judgment in so far as (i) it was inconsistent with previous judgments handed down on the same question (T-332/06 and C-194/09 P); (ii) when applying Article 107(1) TFEU, it confused two criteria, both necessary to prove the existence of aid, inferring that an advantage was conferred on Alcoa from the mere finding that the resources used were of State origin; (iii) it failed to provide an adequate statement of reasons in so far as it failed to observe that the Commission had erred in assuming that Alcoa had obtained an advantage from the measure and had not, therefore, to that end, carried out a proper eco
...[+++]nomic analysis to calculate the extent of the advantage in this particular case.
Het arrest van het Gerecht is onjuist wegens (i) strijd met eerdere uitspraken over dezelfde kwestie (T-332/06 en C-194/09 P); (ii) verwarring van twee cumulatieve criteria voor steun bij de toepassing van artikel 107, lid 1, VWEU, doordat het bestaan van een voordeel voor Alcoa wordt afgeleid uit de loutere vaststelling dat de aangewende middelen afkomstig zijn van de Staat; (iii) ontbreken van een toereikende motivering, daar niet is opgemerkt dat de Commissie ten onrechte had aangenomen dat Alcoa voordeel heeft van de maatregel zonder een adequate economische analyse van de omvang van het voordeel, indien aanwezig.