6. If, after the examination carried out in a suspected holding, clinical signs or lesions suggestive of ASF are not detected, but further laboratory tests are deemed necessary by the competent authority to rule out ASF, the sampling procedures laid down in point 5 shall be used for guidance purposes.
6. Als bij het onderzoek op een verdacht bedrijf geen klinische symptomen of laesies zijn aangetroffen die op AVP kunnen wijzen, maar de bevoegde autoriteit verder laboratoriumonderzoek noodzakelijk acht om besmetting met AVP te kunnen uitsluiten, moeten de in punt 5 vastgestelde bemonsteringsprocedures als richtsnoer worden gebruikt.