In order to respond to the needs of the Member States whose languages are not among the five used by the Office, parties in opposition, annulment or revocation proceedings may agree that another Community language should be the language of proceedings, thereby enabling trade mark applicants or proprietors, persons opposing such a mark or appellants that have the same language to use that language.
Om tegemoet te komen aan de eisen van de Lid-Staten waarvan de taal niet behoort tot de vijf talen van het Bureau, is echter bepaald dat de partijen in de procedures inzake oppositie, nietigheid, verval en beroep overeen kunnen komen dat een andere Gemeenschapstaal als proceduretaal gehanteerd wordt.