(b) of corruption, that is to say, of having promised, offered or given, whether directly or via third parties, a benefit of whatever kind to a civil servant or public agent of a Member State, a third country or an international organisation or to any person for the benefit of that person or a third party, with the intention that such person will carry out or refrain from carrying out any act in breach of his professional obligations;
(b) wegens omkoping, dat wil zeggen het beloven, aanbieden of geven, op directe wijze of via derden, van een voordeel, van welke aard ook, aan een ambtenaar of overheidsfunctionaris van een lidstaat, een derde land of een internationale organisatie, of aan elke andere persoon, voor deze persoon zelf of voor een derde, opdat deze persoon een met zijn ambtelijke plichten strijdige handeling verricht of zich daarvan onthoudt;