Moreover, with regard to loan B, the State had the right to appoint two members to the company’s executive board, having a veto right on any decision to pay out dividends, to grant further pledges to third parties or to take out further loans exceeding HUF 100 million.
Bovendien had de staat, wat lening B betreft, het recht in de raad van bestuur twee leden aan te stellen die een vetorecht hadden voor alle besluiten om dividend uit te keren, om verdere verbintenissen te doen aan derden of om verdere leningen van meer dan 100 miljoen HUF aan te gaan.