Since 1990, specific measures have been taken for the benefit of agriculture in the nine outermost regions of the Union (Guadeloupe, French Guiana, Martinique, Réunion, Saint-Barthélemy, Saint-Martin, the Azores, Madeira and the Canary Islands) to take account of their special characteristics: remoteness, insularity, small size, difficult terrain, climate and economic dependence on a small number of products.
Sinds 1990 zijn er met name op landbouwgebied specifieke maatregelen genomen ten behoeve van de negen UPG (Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique, Réunion, Saint-Barthélemy, Saint-Martin, Azoren, Madeira en Canarische Eilanden) om rekening te houden met hun specifieke kenmerken: grote afstand, insulair karakter, klein oppervlakte, reliëf, klimaat, en de economische afhankelijkheid van een klein aantal producten.