The members of the formation of the Court and the Advocate General may in the course of the hearing put questions to the agents, advisers or lawyers of the parties and, in the circumstances referred to in Article 47(2) of these Rules, to the parties to the main proceedings or to their representatives.
De leden van de rechtsprekende formatie alsook de advocaat-generaal kunnen op de pleitzitting vragen stellen aan de gemachtigden, raadslieden of advocaten van partijen en, in de omstandigheden als bedoeld in artikel 47, lid 2, van dit Reglement, aan de partijen in het hoofdgeding of aan hun vertegenwoordigers.