120 mm and is tangential to the planes defined above in Items 2.2.1 and 2.2.2.2.2.4.A cylindrical surface - B1C1C2B2 - perpendicular to the reference plane, having a radius of 900 mm and extending forward by 400 mm the plane defined in Item 2.2.1 above, to which it is tangential, following a horizontal line 150 mm forward of
the seat reference point.2.2.5.A inclined plane - C1D1D2C2 - perpendicular to the reference plane, extending the surface defined in Item 2.2.4 above and passing through a point 40 mm from the outer edge of the steering wheel.2.2.6.A vertical plan - D1K1E1E2K2D2 - perpendicular to the reference plane and passing 40 mm
...[+++] in front of the other edge of the steering wheel.2.2.7.A horizontal plane - E1F1P1N1N2P2F2E2 - passing through the seat reference point.2.2.8.A curvilinear surface - G1L1M1N1N1M2L2G2 - perpendicular to the reference plaen and in contact with the back of the seat backrest.2.2.9.Two vertical planes - K1I1F1E1 and K2I2F2E2 - parallel to the reference plane, 250 mm either side of this plane, and bounded towards the top 300 mm above the horizontal plane passing through the seat reference point.2.2.10.Two inclined and parallel planes - A1B1C1D1K1I1L1G1H1 and A2B2C2D2K2I2L2G2H2 - starting from the upper edge of the planes defined in Item 2.2.9 above and joining the horizontal plane defined in Item 2.2.1 above at least 100 mm from the reference plane on the side where the impact is applied.2.2.11.Two vertical planes - Q1P1N1M1 and Q2P2N2M2 - parallel to the reference plane, 200 mm either side of this plane, and bounded towards the top 300 mm above the horizontal plane passing through the seat reference point.2.2.12.Two portions - I1Q1P1F1 and I2Q2P2F2 - of a vertical plane, perpendicular to the reference plane and passing 350 mm in front of the seat reference point.2.2.13.Two portions - I1Q1M1L1 - and I2Q2M2L2 - of the horizontal plane passing 300 mm above the seat reference point.2.3.Seat location and seat reference point2.3.1Seat referenc ...2.2.2.Een hellend vlak - H1H2G
2G1 - dat loodrecht staat op het verticale referentievlak en een punt omvat op 900 mm recht boven het referentiepunt van de zitplaats en het meest achterwaarts gelegen punt van de zitplaatsconstructie.2.2.3.Een cylindrisch oppervlak - A1A2H2H1 - dat loodrecht op her referentievlak staat, een straal heeft van 120 mm, en raakt aan de in punt 2.2.1 en 2.2.2 omschreven vlakken.2.2.4.Een cylindrisch oppervlak - B1C1C2B2 - met een straal van 900 mm dat loodrecht op het referentievlak staat, zich 400 mm naar vor
...[+++]en uitstrekt, en samen met het in punt 2.2.1 gedefinieerde vlak, waaraan het raakt op 150 mm voor het referentiepunt van de zitplaats een horizontale lijn volgt.2.2.5.Een hellend vlak - C1D1D2C2 - dat loodrecht op het referentievlak staat, een voortzetting is van het in punt 2.2.4 omschreven oppervlak, en door een punt gaat op 40 mm van de buitenrand van het stuurwiel.2.2.6.Een verticaal vlak - D1K1E1E2K2D2 - dat loodrecht op het referentievlak staat en 40 mm vóór de buitenrand van het stuurwiel loopt.2.2.7.Een horizontaal vlak - E1F1P1N1N2F2E2 - dat door het referentievlak van de zitplaats gaat.2.2.8.Een gebogen vlak - G1L1M1N1N2M2L2G2 - dat loodrecht op het referentievlak staat en raakt aan de achterzijde van de rugleuning van de zitplaats.2.2.9.Twee verticale vlakken - K1I1F1E1 en K2I2F2E2 - die evenwijdig aan het referentievlak op 250 mm afstand aan weerszijden hiervan lopen, en waarvan de bovenbegrenzing 300 mm boven het door het referentiepunt van de zitplaats gaande horizontale vlak ligt.2.2.10.Twee hellende en evenwijdige vlakken - A1B1C1D1K1I1L1G1H1 en A2B2C2D2K2I2L2G2H2 - die, beginnend bij de bovenrand van de in punt 2.2.9 gedefinieerde vlakken, op het horizontale vlak van punt 2.2.1 aansluiten op ten minste 100 mm van het referentievlak aan de zijde waar de slag wordt toegebracht.2.2.11.Twee verticale vlakken - Q1P1N1M1 en Q2P2N2M2 - evenwijdig aan het referentievlak, die zich op 200 mm aan weerszijden van dit vlak bevinden, ...