The ageing factor for each pollutant shall be the ratio of the applied emission value at the useful life end point and that at the start of the service accumulation (e.g., if the emissions of pollutant A at the start of the service accumulation are 1.50 g/kWh and those at the useful life end point are 1.82 g/kWh, the ageing factor is 1,82/1,50 = 1,21)’.
De verouderingsfactor voor iedere verontreinigende stof is de verhouding van de toegepaste emissiewaarden bij het eindpunt van de nuttige levensduur en aan het begin van het accumulatieve bedrijfsprogramma (bv. als de emissies van verontreinigende stof A bij de start van het accumulatieve bedrijfsprogramma 1,50 g/kWh bedragen en bij het eindpunt van de nuttige levensduur 1,82 g/kWh, is de verouderingsfactor 1,82/1,50 = 1,21)”.