In practice this is achieved either through an additive mixed with the fuel which lowers the oxidation temperature (the latter is known as an ‘uncoated DPF with fuel borne catalyst’) or through a precious metal coating covering the walls of the substrate which helps in the burn-off process (the latter is referred to as a ‘coated DPF’ or as an ‘impregnated catalysed DPF’).
In de praktijk gebeurt dit ofwel met behulp van een additief dat met de brandstof is vermengd en dat de oxidatietemperatuur verlaagt (dit staat bekend als een „niet gecoate DPF met door brandstof vervoerde katalysator”) of met behulp van een coating van edelmetaal die de wanden van het substraat bedekt en helpt bij het afbrandingsproces (dit staat bekend als een „gecoate DPF” of een „geïmpregneerde gekatalyseerde DPF”).
