‘administrative investigations’ (‘investigations’) shall mean any inspection, check or other measure undertaken by the Office in accordance with Articles 3 and 4, with a view to achieving the objectives set out in Article 1 and to establishing, where necessary, the irregular nature of the activities under investigation; those investigations shall not affect the powers of the competent authorities of the Member States to initiate criminal proceedings.
4. „administratief onderzoek” („onderzoek”): alle controles, verificaties en acties die het Bureau overeenkomstig de artikelen 3 en 4 onderneemt, ter verwezenlijking van de in artikel 1 genoemde doelstellingen en tot vaststelling, in voorkomend geval, van het onregelmatig karakter van de gecontroleerde activiteiten; deze onderzoeken laten de bevoegdheid van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten inzake strafvervolging onverlet.