hydrogen components are situated either in an internal combustion engine compartment or directly exposed to the operating temperature of an internal combustion engine, for which the temperature range shall be –40 °C to + 120 °C.
de onderdelen van het waterstofsysteem zich met een verbrandingsmotor in dezelfde ruimte bevinden of direct aan de bedrijfstemperatuur van een verbrandingsmotor zijn blootgesteld, waarvoor het temperatuurbereik –40 tot + 120 °C moet zijn.