7. Stresses that pursuant to the agreement reached by the Bureau and the Committee on Budgets at the Conciliation meeting of 13 March 2013, the overall level of the draft estimates for 2014 is set at EUR 1 808 144 206 (corresponding to a rate of net increase of 3,29 % over the 2013 budget), of which some 2,20 % accounts for compulsory expenditure linked to the election of a new Parliament, 1,30 % accounts for other legal obligations, 0,78 % accounts for the accession of Croatia while inflation accounts for some 1,9
% of the increase, resulting in the real decrease of Parliament's budget of 2,89 % from the 2013 level; calls, however, for
...[+++] further savings and redeployments via structural reforms to be sought during the Parliament's reading in autumn 2013 in the course of the 2014 budgetary procedure and in the following years; recalls, in that regard, the measures identified by the Joint Bureau and Committee on Budgets Working Group to be further explored in order to generate substantial organisational savings, such as the scope for inter-institutional cooperation arrangements between Parliament, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions; 7. benadrukt dat het totale bedrag van de ontwerpraming, in overeenstemming met de door het Bureau en de Begrotingscommissie tijdens de overlegvergadering van 13 maart 2013 bereikte overeenkomst, 1 808 144 206 EUR bedraagt, wat neerkomt op een nettoverhoging met 3,29% ten opzichte van de begroting 2013, waarvan 2,20% voortvloeit uit de verplichte uitgaven die samenhangen met de verkiezing van een nieuw Parlement, 1,30% uit andere wettelijke verplichtingen en 0,78% uit de toetreding van Kroatië, terwijl de inflatie zorgt voor een toename van ongeveer 1,9%
, wat leidt tot een reële verlaging van de begroting van het Parlement met 2,89% ten
...[+++]opzichte van 2013; roept echter op te streven naar verdere besparingen en herschikkingen door middel van structurele hervormingen in het kader van de lezing van het Parlement in het najaar van 2013 en in de loop van de begrotingsprocedure voor 2014 en in de komende jaren; herinnert hierbij aan de maatregelen die volgens de gezamenlijke werkgroep van het Bureau en de Begrotingscommissie verder moeten worden onderzocht om tot aanzienlijke organisatorische besparingen te komen, zoals het toepassingsgebied van de interinstitutionele samenwerking tussen het Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's;