In this respect, it is important to stress that the ECJ, in its judgment in case C- 383/13 PPU (G and R),[24] confirmed that the rights of the defendant referred to in Article 41(2) of the EU Charter (the right to be heard and the right to have access to the file) must be observed when taking decisions under the Return Directive even when this Directive does not expressly provide for these.
In dit verband is het belangrijk te benadrukken dat het Europees Hof van Justitie in zijn arrest in zaak C-383/13 PPU (G en R)[24] heeft bevestigd dat de in artikel 41, lid 2, van het EU-Handvest bedoelde rechten van de verdediging (het recht te worden gehoord en het recht om inzage te krijgen in het dossier) bij beslissingen op grond van de terugkeerrichtlijn moeten worden geëerbiedigd, ook wanneer die rechten niet uitdrukkelijk zijn vastgelegd in de richtlijn.