4. Each Member State shall ensure that each supervisory authority is provided with the human, technical and financial resources, premises and infrastructure necessary for the effective performance of its tasks and exercise of its powers, including those to be carried out in the context of mutual assistance, cooperation and participation in the Board.
4. Elke lidstaat schrijft voor dat elke toezichthoudende autoriteit beschikt over de personele, technische en financiële middelen, en de dienstruimten en infrastructuur die noodzakelijk zijn voor het effectief uitvoeren van haar taken en uitoefenen van haar bevoegdheden, waaronder die in het kader van wederzijdse bijstand, samenwerking en deelname aan het Comité.