6. Toutes les autres mesures habituelles de réanimation doivent être mises en œuvre : position adéquate du patient, oxygénation, apport liquidien suffisant, contrôle de l'équilibre hydro-électrolytique, correction de l'acidose, parfois de l'alcalose, antibiothérapie initiale en cas de choc (septique) toxi-infectieux, etc.
6. Alle andere gewone resuscitatiemaatregelen moeten worden genomen : adekwate ligging van de patiënt, zuurstofaanvoer, vocht in voldoende hoeveelheid, controle van de water-elektrolytenhuishouding, correctie van de acidose, soms van de alkalose, oorzakelijke antibiotherapie bij toxi-infectieuze (septische) shock, enz.