L'alcool isopropylique (70 %) assure la mort immédiate des microorganismes transitoires et résidents sur la couche cornée, et le gluconate de chlorhexidine (2 %) se lie aux couches superficielles de cellules de l'épiderme et exerce un effet antimicrobien résiduel (persistant) qui empêche le retour des microorganismes.
Isopropylalcohol (70%) zorgt voor de onmiddellijke doding van transiënte en residente micro-organismen op de hoornlaag, en 2% chloorhexidinegluconaat hecht zich aan de cellagen aan de oppervlakte van de epidermis en zorgt voor een residuele, of persistente, antimicrobiële eigenschap die de hergroei van micro-organismen voorkomt.