Traduction de «d'inhibiteurs de calcineurine est poursuivi » (Français → Néerlandais) :

Une étude clinique randomisée menée chez des patients transplantés hépatiques, comparant un groupe dont le traitement à base d’inhibiteurs de la calcineurine est remplacé par un traitement à base de sirolimus versus un groupe où le traitement à base d'inhibiteurs de calcineurine est poursuivi, pendant 6 à 144 mois après la transplantation hépatique, n'est pas parvenue à démontrer une supériorité sur le débit de filtration glomérulaire (ajusté par rapport aux valeurs initiales) à 12 mois (respectivement - 4,45 ml/min et -3,07 ml/min).
Een klinische studie met levertransplantatiepatiënten gerandomiseerd naar conversie van een op calcineurineremmers (CNI) gebaseerde behandeling naar een op sirolimus gebaseerde behandeling versus voortzetting van een op CNI gebaseerde behandeling, 6-144 maanden na de levertransplantatie, toonde na 12 maanden geen superioriteit aan in GFR verandering ten opzichte van baseline (respectievelijk -4.45 ml/min en -3.07 ml/min).

Les taux de sorties prématurées de l'étude, de survenue d'événements indésirables de façon globale (en particulier d'infections), et de rejet aigu du greffon hépatique à 12 mois confirmé par biopsie ont été tous significativement supérieurs dans le groupe converti au sirolimus par rapport au groupe ayant poursuivi les inhibiteurs de calcineurine.
De percentages van vroegtijdige studiediscontinuering, bijwerkingen in het algemeen (en infecties in het bijzonder) en door biopsie aangetoonde acute levertransplantaatafstoting na 12 maanden waren allemaal significant hoger in de naar sirolimus geconverteerde groep vergeleken met de CNI voortzettingsgroep.

Le taux de décès dans le groupe ayant été converti au sirolimus était supérieur à celui du groupe où les inhibiteurs de calcineurine ont été poursuivis, bien que ces taux n’étaient pas significativement différents.
Het percentage sterfgevallen in de naar sirolimus geconverteerde groep was hoger dan in de CNI voortzettingsgroep, hoewel de percentages niet significant verschilden.

L'étude n'a pas non plus démontré la non-infériorité du groupe ayant été converti au sirolimus par rapport au groupe où les inhibiteurs de calcineurine ont été poursuivis vis-àvis du taux de perte de greffe combinée, de l’absence de données de survie ou de décès.
De studie toonde ook geen non-inferioriteit aan in het percentage gecombineerde transplantaatverliezen, ontbrekende overlevingsdata of overlijden voor de naar sirolimus geconverteerde groep vergeleken met de CNI voortzettingsgroep.

Inhibiteurs de la calcineurine (p. ex. ciclosporine, tacrolimus) : Les AINS peuvent augmenter la néphrotoxicité des inhibiteurs de la calcineurine, par effet rénal, régulé par les prostaglandines.
Calcineurineremmers (bijv. ciclosporine, tacrolimus): De nefrotoxiciteit van calcineurineremmers kan toenemen door NSAID’s via renale, door prostaglandine gemedieerde, effecten.

Inhibiteurs de la calcineurine (par exemple ciclosporine, tacrolimus): Les AINS peuvent accroître la néphrotoxicité des inhibiteurs de la calcineurine, par le biais d’effets dépendant des prostaglandines rénales.
Calcineurine remmers (bv. ciclosporine, tacrolimus): De nefrotoxiciteit van calcineurine remmers kan toenemen door NSAID's via renale, door prostaglandine gemedieerde, effecten.

Inhibiteurs de la calcineurine (par exemple, ciclosporine, tacrolimus): Les AINS peuvent accroître la néphrotoxicité des inhibiteurs de la calcineurine, par le biais d’effets dépendant des prostaglandines rénales.
Calcineurine inhibitoren (vb. ciclosporine, tacrolimus): De nefrotoxiciteit van calcineurine inhibitoren kan toenemen door NSAID's via renale, door prostaglandine gemedieerde, effecten.

NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTAS 2,6% 128 0,6% 15 0,3% 47 12 L02BA ANTI‐ESTROGENES 2,4% 119 2,3% 103 1,7% 13 13 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIA 2,1% 104 0,8% 6 0,1% 79 14 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,0% 96 0,1% 126 2,0% 9 15 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 1,7% 83 0,6% 6 0,1% 76 16 C09AA IECA, SIMPLES 1,4% 69 0,1% 253 4,1% 4 17 M05BA BIPHOSPHONATES 1,4% 67 0,2% 60 1,0% 17 18 H01AX AUTRES HORMONES DE L'HYPOPHYSE ANTERIEURE ET ANALOGUES 1,3% 65 3,8% 1 0,0% 153 19 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,3% 62 0,1% 122 2,0% 10 20 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 1,2% 60 0,2% 6 0,1% 80 21 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,2% 56 0,1% 29 0,5% 32 22 A10AC INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION INTERMEDIAIRE 1,1% 52 1,0% 53 0,9% 18 23 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 1,0% 47 0,0% 69 1,1% 16 24 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,9% 45 0,2% 4 0,1% 90 25 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 0,9% 44 0,1% 119 1,9% 11 26 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,9% 43 0,1% 46 0,8% 21 27 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 0,8% 39 0,1% 114 1,9% 12 28 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS A L'EXCEPTION DES INSULINES 0,8% 37 0,4% 31 0,5% 27 29 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,7% 35 0,0% 52 0,8% 19 30 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,7% 35 0,1% 12 0,2% 51 31 G02CB INHIBITEURS DE LA PROLACTINE 0,7% 34 2,4% 5 0,1% 83 32 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 0,7% 34 3,7% 0 0,0% 168 33 J05AG INHIBITEURS NON‐NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERS 0,7% 33 0,5% 4 0,1% 93 34 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 0,6% 31 0,1% 7 0,1% 69 35 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,6% 27 0,0% 22 0,4% 39 36 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 0,6% 27 0,1% 25 0,4% 35 37 A10BA BIGUANIDES 0,5% 26 0,2% 152 2,5% 7 38 J05AB NUCLEOSIDES ET NUCLEOTIDES, EXCL.
VOOR OBSTRUCT. LUC 0,5% 24 0,0% 17 0,3% 45 40 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIP 0,5% 22 0,4% 11 0,2% 52 41 L03AB INTERFERONEN 0,4% 19 0,0% 1 0,0% 155 42 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,4% 19 0,1% 6 0,1% 74 43 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,4% 19 0,1% 49 0,8% 20 44 L01BC PYRIMIDINEDERIVATEN 0,4% 18 0,8% 1 0,0% 146 45 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,4% 18 0,1% 42 0,7% 23 46 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 0,4% 17 0,1% 30 0,5% 29 47 A11CC VITAMINE D EN ANALOGE VERBINDINGEN 0,3% 16 1,5% 17 0,3% 46 48 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,3% 16 0,0% 12 0,2% 48 49 L02BB ANTI‐ANDROGENEN 0,3% 16 0,2% 3 0,1% 101 50 H03BB ZWAVELHOUDENDE IMIDAZOLDERIVATEN 0,3% 15 3,7% 219 3,6% 5 51 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,3% 15 0,0% 5 0,1% 85 TOTAAL 90,2% 4.400 ‐ 5.242 85,5% ‐

1 L01XE INHIBITEURS DE LA PROTEINE KINASE 11,1% 17.436 70,6% 156 0,2% 77 2 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 10,5% 16.630 36,5% 39 0,1% 121 3 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 8,5% 13.390 44,0% 1.089 1,5% 19 4 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTAS 7,6% 12.049 59,3% 1.159 1,6% 15 5 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 5,8% 9.223 66,5% 684 0,9% 28 6 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIA 5,6% 8.837 65,1% 578 0,8% 32 7 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 5,3% 8.437 49,1% 736 1,0% 26 8 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 3,6% 5.601 20,7% 1.376 1,9% 12 9 J05AG INHIBITEURS NON‐NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERS 2,9% 4.584 63,9% 520 0,7% 35 10 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 2,7% 4.311 1,8% 5.811 7,9% 1 11 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,6% 4.165 2,4% 4.925 6,7% 3 12 V03AE PRODUITS POUR LE TRAITEM.
1 L01XE PROTEINEKINASEREMMERS 11,1% 17.436 70,6% 156 0,2% 77 2 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 10,5% 16.630 36,5% 39 0,1% 121 3 L04AD CALCINEURINEREMMERS 8,5% 13.390 44,0% 1.089 1,5% 19 4 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 7,6% 12.049 59,3% 1.159 1,6% 15 5 J05AE PROTEASE‐INHIBITOREN 5,8% 9.223 66,5% 684 0,9% 28 6 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV‐INFECTIES, COMB 5,6% 8.837 65,1% 578 0,8% 32 7 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 5,3% 8.437 49,1% 736 1,0% 26 8 L02BG ENZYMREMMERS 3,6% 5.601 20,7% 1.376 1,9% 12 9 J05AG NIET‐NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 2,9% 4.584 63,9% 520 0,7% 35 10 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 2,7% 4.311 1,8% 5.811 7,9% 1 11 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,6% 4.165 2,4% 4.925 6,7% 3 12 V03AE MIDDELEN BIJ HYPERKALIEMIE OF HYPERFOSFATEMIE 1,7% 2.655 70,5% 335 0,5% 51 13 L04AB TUMORNECROSEFACTOR‐ALFA (TNF‐ALFA) REMMERS 1,6% 2.600 2,6% 63 0,1% 104 14 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.

1 B01AB GROUPE DES HEPARINES 17,2% 2.313 4,1% 1.082 8,6% 1 2 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 8,1% 1.082 3,6% 87 0,7% 31 3 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 7,3% 980 5,1% 26 0,2% 69 4 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 5,7% 759 2,8% 192 1,5% 17 5 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 5,4% 723 0,4% 938 7,4% 2 6 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 4,9% 663 0,3% 904 7,2% 3 7 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 4,6% 623 0,9% 492 3,9% 6 8 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 4,1% 556 3,2% 50 0,4% 47 9 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INC 2,7% 361 1,0% 304 2,4% 12 10 J01MA FLUOROQUINOLONES 2,4% 325 1,1% 101 0,8% 29 11 N02AX AUTRES OPIACES 1,6% 214 0,5% 157 1,2% 19 12 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,6% 211 0,7% 53 0,4% 44 13 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,6% 209 0,7% 454 3,6% 8 14 C09AA IECA, SIMPLES 1,4% 182 0,2% 576 4,6% 5 15 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,3% 170 0,9% 477 3,8% 7 16 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 1,2% 159 0,2% 236 1,9% 14 17 L02BA ANTI‐ESTROGENES 1,1% 147 2,8% 236 1,9% 15 18 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 1,1% 146 0,2% 363 2,9% 10 19 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,1% 143 0,2% 407 3,2% 9 20 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.
1 B01AB HEPARINEGROEP 17,2% 2.313 4,1% 1.082 8,6% 1 2 L04AD CALCINEURINEREMMERS 8,1% 1.082 3,6% 87 0,7% 31 3 H01CB ANTIGROEIHORMOON 7,3% 980 5,1% 26 0,2% 69 4 L02BG ENZYMREMMERS 5,7% 759 2,8% 192 1,5% 17 5 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 5,4% 723 0,4% 938 7,4% 2 6 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 4,9% 663 0,3% 904 7,2% 3 7 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 4,6% 623 0,9% 492 3,9% 6 8 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 4,1% 556 3,2% 50 0,4% 47 9 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMA 2,7% 361 1,0% 304 2,4% 12 10 J01MA FLUOROCHINOLONEN 2,4% 325 1,1% 101 0,8% 29 11 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,6% 214 0,5% 157 1,2% 19 12 L02AE GONADORELINE‐ANALOGEN 1,6% 211 0,7% 53 0,4% 44 13 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,6% 209 0,7% 454 3,6% 8 14 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 1,4% 182 0,2% 576 4,6% 5 15 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,3% 170 0,9% 477 3,8% 7 16 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 1,2% 159 0,2% 236 1,9% 14 17 L02BA ANTI‐OESTROGENEN 1,1% 147 2,8% 236 1,9% 15 18 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 1,1% 146 0,2% 363 2,9% 10 19 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,1% 143 0,2% 407 3,2% 9 20 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.