Ainsi, le chômeur prouve qu’il bénéficie d’un complément d’ancienneté au moyen d’une attestation établie par la caisse de paiement des allocations de chômage; il prouve le bénéfice d’une indemnité complémentaire aux allocations de chômage au moyen d’une attestation établie par l’employeur chargé du paiement de cette indemnité (art. 225, § 3, al. 4).
De werkloze toont derhalve aan dat hij geniet van een anciënniteitstoeslag d.m.v. een attest opgemaakt door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen; hij toont het recht op een vergoeding ter aanvulling van de werkloosheidsuitkeringen aan d.m.v. een attest opgemaakt door de werkgever belast met de betaling van deze vergoeding(art. 225, § 3, vierde al.).