Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «diminué l’exposition systémique » (Français → Néerlandais) :

De même, l’administration simultanée de trabectédine et d’inducteurs puissants de cette enzyme (par exemple rifampicine, phénobarbital, millepertuis) risque de diminuer l’exposition systémique à la trabectédine.

Eveneens kan gelijktijdige toediening van krachtige inductoren van dit enzym (bv. rifampicine, fenobarbital, St. Janskruid) de systemische blootstelling aan trabectedine verlagen.


Inducteurs du CYP3A L’administration concomitante d’ivacaftor et de rifampicine, un inducteur puissant du CYP3A, a diminué l’exposition systémique à l’ivacaftor (ASC) de 89 % et celle au métabolite M1 de 75 %.

CYP3A-inductoren Door gelijktijdige toediening van ivacaftor met rifampicine, een sterke CYP3A-inductor, werd de blootstelling aan ivacaftor (AUC) met 89% en blootstelling aan M1 met 75% verlaagd.


L’administration concomitante d’inducteurs puissants du CYP3A4 (p. ex. rifampicine) augmente le métabolisme du budésonide et en diminue l’exposition systémique (voir rubrique 5.2).

Concomiterende toediening van sterke CYP3A4-inductoren (bijv. rifampicine) verhoogt het metabolisme van en verlaagt de systemische blootstelling aan budesonide (zie rubriek 5.2).


La clairance à la créatinine a une influence sur l'exposition systémique au 5'-DFUR (35 % d'augmentation dans l'ASC lorsque la clairance à la créatinine diminue de 50 %) et du FBAL (114 % d'augmentation dans l'ASC lorsque la clairance à la créatinine diminue de 50 %).

Er werd vastgesteld dat de creatinineklaring de systemische blootstelling aan 5'-DFUR (35 % toename van de AUC als de creatinineklaring met 50 % vermindert) en aan FBAL (114 % toename van de AUC als de creatinineklaring met 50 % vermindert) beïnvloedt.


Chez les volontaires sains, les études d’interactions cliniques ont montré que la rifaximine ne modifie pas significativement la pharmacocinétique des substrats du CYP3A4 ; toutefois, chez les patients présentant une altération de la fonction hépatique, il ne peut pas être exclu que la rifaximine puisse diminuer l’exposition aux substrats du CYP3A4 administrés de façon concomitante (par exemple warfarine, antiépileptiques, anti-arythmiques), en raison de l’exposition systémique plus élevée que chez les sujets sains.

Bij gezonde proefpersonen toonde klinische studies naar geneesmiddelinteracties aan dat rifaximine geen significante invloed had op de farmacokinetiek van CYP3A4-substraten. Bij patiënten met een leverfunctiestoornis daarentegen, kan niet worden uitgesloten dat rifaximine de blootstelling aan gelijktijdig toegediende CYP3A4-substraten (bijv. warfarine, anti-epileptica, anti-arrhythmica) kan verminderen, vanwege de grotere systemische blootstelling in vergelijking met gezonde proefpersonen.


Bien que l’effet sur le CYP2C8 n’ait été étudié qu’in vitro, la co-administration de darunavir et ritonavir avec des médicaments principalement métabolisés par le CYP2C8 (tels que paclitaxel, rosiglitazone, répaglinide) peut entraîner une diminution de l’exposition systémique de ces médicaments, ce qui pourrait diminuer ou raccourcir leur effet thérapeutique.

Hoewel het effect op CYP2C8 alleen in vitro werd onderzocht, kan gelijktijdige toediening van darunavir en ritonavir met geneesmiddelen die hoofdzakelijk gemetaboliseerd worden door CYP2C8 (zoals paclitaxel, rosiglitazon, repaglinide) aanleiding geven tot een verminderde systemische blootstelling aan deze geneesmiddelen. Dit kan mogelijk een verminderd of minder langdurig therapeutisch effect tot gevolg hebben.


L’administration de 6–mercaptopurine au moment du repas peut diminuer légèrement l’exposition systémique, mais il est peu probable que cela ait un retentissement clinique.

De toediening van 6-mercaptopurine met voedsel kan de systemische blootstelling iets verlagen, maar dit is waarschijnlijk niet van klinische betekenis.


Substances actives pouvant diminuer les concentrations plasmatiques d’imatinib Les substances agissant comme inducteurs de l’activité du CYP3A4 (par exemple : dexaméthasone, phénytoïne, carbamazépine, rifampicine, phénobarbital, fosphénytoïne, primidone, Hypericum perforatum (millepertuis)) pourraient réduire significativement l’exposition systémique au Glivec, et potentiellement augmenter le risque d’échec thérapeutique.

Werkzame stoffen die de plasma-concentratie van imatinib kunnen verlagen: Stoffen die CYP3A4-activiteit induceren (bv. dexamethason, fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fosfenytoïne, primidon of Hypericum perforatum, ook bekend als sint-janskruid) kunnen de blootstelling aan Glivec significant verminderen, met een mogelijke verhoging van het risico op falen van de therapie.


Substances actives pouvant diminuer les concentrations plasmatiques d’imatinib Les substances agissant comme inducteurs de l’activité du CYP3A4 (par exemple : dexaméthasone, phénytoïne, carbamazépine, rifampicine, phénobarbital, fosphénytoïne, primidone, Hypericum perforatum (millepertuis)) pourraient réduire significativement l’exposition systémique au Glivec, et potentiellement augmenter le risque d’échec thérapeutique.

Werkzame stoffen die de plasma-concentratie van imatinib kunnen verlagen: Stoffen die CYP3A4-activiteit induceren (bv. dexamethason, fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fosfenytoïne, primidon of Hypericum perforatum, ook bekend als sint-janskruid) kunnen de blootstelling aan Glivec significant verminderen, met een mogelijke verhoging van het risico op falen van de therapie.


La co-administration de darunavir et ritonavir avec des médicaments principalement métabolisés par le CYP2C9 (tels que warfarine) et le CYP2C19 (tels que méthadone) peut entraîner une diminution de l’exposition systémique de ces médicaments, ce qui pourrait diminuer ou raccourcir leur effet thérapeutique.

Dit kan een toename of een langere duur van zowel hun therapeutische effecten als bijwerkingen tot gevolg hebben. Gelijktijdige toediening van darunavir en ritonavir met geneesmiddelen die hoofdzakelijk gemetaboliseerd worden door CYP2C9 (zoals warfarine) en CYP2C19 (zoals methadon) kan aanleiding geven tot een verminderde systemische blootstelling aan deze geneesmiddelen.


w