Traduction de «fracture d'un membre inférieur » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Séquelles d'autres fractures du membre inférieur
late gevolgen van overige fracturen van onderste extremiteit

Fracture d'un membre inférieur, niveau non précisé
fractuur van onderste extremiteit, niveau niet-gespecificeerd

fracture d'un membre inférieur
fractuur van onderste lidmaat

Fractures de plusieurs parties d'un membre inférieur
fracturen van multipele regio's van één onderste-extremiteit

Fractures de localisations classées en S72.-, S82.-, S92.- et T12 d'un membre inférieur
fracturen naar lokalisatie geclassificeerd onder S72.-, S82.-, S92.- en T12 van één onderste-extremiteit

Fractures de plusieurs parties des deux membres inférieurs
fracturen van multipele regio's van beide onderste-extremiteiten

Paralysie des deux membres inférieurs SAI Paraplégie (inférieure) SAI
paralyse van beide benen NNO | paraplegie (laag) NNO

abrasion au niveau d'un membre inférieur
schaafwonde aan onderste lidmaat

monoplégie d'un membre inférieur comme séquelle d'une maladie cérébrovasculaire
monoplegie van onderste lidmaat, laat gevolg van cerebrovasculaire aandoening

inégalité de longueur des membres inférieurs
beenlengteverschil

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Peu fréquent : infection à Helicobacter, herpès zoster, érysipèle, bronchopneumonie, labyrinthite, infection gingivale, lipome, corps flottants dans le vitré, hémorragie conjonctivale, thrombose veineuse profonde, dysphonie, hémorragie hémorroïdale, selles fréquentes, ulcération de la bouche, dermatite allergique, ganglion, nycturie, hémorragie vaginale, sensibilité mammaire, fracture des membres inférieurs, augmentation du sodium sanguin.
Soms: Helicobacter infectie, herpes zoster, erysipelas, bronchopneumonie, labyrinthitis, tandvleesinfectie, lipoom, vlekjes voor de ogen, conjunctivale bloeding, diepe veneuze trombose, dysfonie, hemorroïdale bloeding, frequente darmbewegingen, mondulceratie, allergische dermatitis, ganglion, nycturie, vaginale bloeding, gevoeligheid van de borsten, beenbreuk, verhoogd natriumgehalte in het bloed.

Une personne ayant une fracture des membres inférieurs/du bassin, opérations orthopédiques: prothèse totale de la hanche/prothèse totale du genou ou des chutes récidivantes.
Voor iemand met een breuk van de onderste ledematen en/of het bekken, na orthopedische operaties, bij een totale heupprothese, bij een totale knieprothese of voor iemand die veel valt.

Une personne ayant des troubles de l’équilibre, une diminution générale ou une faiblesse temporaire de l’endurance, fractures des membres inférieurs/du bassin, opérations orthopédiques : prothèse totale de la hanche/prothèse totale du genou, chutes récidivantes.
Iemand met evenwichtsstoornissen, een algemene vermindering of een tijdelijke vermindering van de uithouding, breuken van de onderste ledematen en/of van het bekken, na orthopedische operaties, na totale heupprothese, na totale knieprothese of voor iemand die veel valt.

Dans une analyse en sous-groupe par événement qualifiant (infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral ischémique, artériopathie oblitérante des membres inférieurs), le bénéfice est apparu plus important (atteignant une significativité statistique de p=0,003) chez les malades inclus pour une artériopathie oblitérante des membres inférieurs (plus particulièrement chez ceux qui avaient aussi un antécédent d’infarctus du myocarde) (RRR=23,7% ; IC : 8,9 à 36,2) et plus faible (non significativement différent de l’AAS) chez les malades inclus pour accident vasculaire cérébral (RRR=7,3% ; IC : -5,7 à 18,7 [p=0,258]).
In een subgroepanalyse per aandoening, die een inclusiecriterium was (myocardinfarct, ischemische cerebrovasculaire episode en PAD), bleek het voordeel het sterkst (statistische significantie werd bereikt bij p=0,003) bij patiënten die PAD hadden (in het bijzonder diegenen die een voorgeschiedenis van een myocardinfarct hadden) (RRR = 23,7%; CI: 8,9 tot 36,2) en zwakker (niet significant verschillend van ASA) bij patiënten met een cerebrovasculaire episode (RRR= 7,3%; CI: - 5,7 tot 18,7 (p=0.258)).

Dans une analyse en sous-groupe par événement qualifiant (infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral ischémique, artériopathie oblitérante des membres inférieurs), le bénéfice est apparu plus important (atteignant une significativité statistique de p=0,003) chez les malades inclus pour une artériopathie oblitérante des membres inférieurs (plus particulièrement chez ceux qui avaient aussi un antécédent d’infarctus du myocarde) (RRR=23,7%; IC : 8,9 à 36,2) et plus faible (non significativement différent de l’AAS) chez les malades inclus pour accident vasculaire cérébral (RRR=7,3% ; IC : -5,7 à 18,7 [p=0,258]).
In een subgroepanalyse per aandoening die een inclusiecriterium was (myocardinfarct, ischemisch cerebrovasculair accident en PAD) bleek het voordeel het sterkst (statistische significantie werd bereikt bij p = 0,003) bij patiënten die PAD hadden (in het bijzonder diegenen die een voorgeschiedenis van een myocardinfarct hadden) (RRR = 23,7 %; CI: 8,9 tot 36,2) en zwakker (niet significant verschillend van ASA) bij patiënten met een cerebrovasculair accident (RRR= 7,3 %; CI: -5,7 tot 18,7 (p=0.258)).

Une jambe - Dans ce cas, on souffre de douleurs au mollet et l’on parle d’artérite du membre inférieur ou d’artériopathie oblitérante des membres inférieurs (AOMI).
Een been – Als er sprake is van pijn in de kuit, spreekt men van perifeer arterieel vaatlijden van de onderste ledematen.

Dans une analyse en sous-groupe par événement qualifiant (infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral ischémique et artériopathie oblitérante des membres inférieurs), le bénéfice est apparu le plus important (atteignant une significativité statistique de p = 0,003) chez les patients inclus pour une artériopathie oblitérante des membres inférieurs (plus particulièrement chez ceux qui avaient aussi un antécédent d’infarctus du myocarde) (RRR=23,7%; IC: 8,9 à 36,2) et plus faible (non significativement différent de l’AAS) chez les patients inclus pour accident vasculaire cérébral (RRR=7,3% ; IC: -5,7 à 18,7 [p=0,258]).
In een subgroepanalyse per aandoening die een inclusiecriterium was (myocardinfarct, ischemisch cerebrovasculair accident en PAD) bleek het voordeel het sterkst (statistische significantie werd bereikt bij p = 0,003) bij patiënten die PAD hadden (in het bijzonder diegenen die ook een voorgeschiedenis van een myocardinfarct hadden) (RRR = 23,7%; CI: 8,9 tot 36,2) en zwakker (niet significant verschillend van ASA) bij patiënten met een cerebrovasculair accident (RRR= 7,3%; CI: -5,7 tot 18,7 [p=0,258]).

Le pourcentage de patientes présentant une ou plusieurs fractures vertébrales était inférieur de 48% dans le groupe traité par l’alendronate par rapport au groupe recevant un placebo (alendronate 3,2 % versus placebo 6,2 %).
Het percentage patiënten dat één of meer wervelfracturen opliep, was 48% lager bij behandeling met alendronaat dan in de placebogroep (alendronaat 3,2% versus placebo 6,2%).

faiblesse généralisée, saignements (hémorragies), inflammation, œdème périphérique (rétention d’eau touchant les membres et le visage, en particulier les membres inférieurs), œdème, douleur ou sensation d’oppression, syndrome grippal
algemene zwakte, bloeding (hemorragie), ontsteking, perifeer oedeem (vochtophoping in de ledematen en het gezicht en in het bijzonder de onderste ledematen), vochtophoping, pijn of beklemd gevoel, griepsyndroom

Décharger, dans une certaine mesure, l’appui sur les membres inférieurs.
Om het steunen op de onderste ledematen in zekere mate te ontlasten.