En général, dans l'alcoolisme aigu, les taux sanguins d'anticoagulants sont augmentés avec risque d'hémorragies tandis que dans l'alcoolisme chronique l'activité microsomale accrue entraîne une diminution de l'effet anticoagulant, bien que l’effet anticoagulant peut être augmenté en présence d’une insuffisance hépatique.
Over het algemeen zijn bij acuut alcoholisme de bloedgehalten van anticoagulantia verhoogd met gevaar voor bloedingen, terwijl bij chronisch alcoholisme de toegenomen microsomiale activiteit tot een vermindering van het anticoagulerend effect leidt, hoewel het anticoagulerend effect verhoogd kan zijn in aanwezigheid van leverinsufficiëntie.