Le manque d'espace était présent plus fréquemment chez les femmes que chez les hommes (22.36% versus 19.67%); concernant la malocclusion verticale, l'inverse était observé (9.35% versus 12.55%).
Plaatsgebrek was frequenter aanwezig bij vrouwen dan bij mannen (22.36% versus 19.67%) ; voor verticale malocclusies werd het omgekeerde vastgesteld ( 9.35% versus 12.55%).