Vertaling van "métabolisme du phénobarbital " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Anomalies du métabolisme des acides aminés à chaîne ramifiée et du métabolisme des acides gras
stofwisselingsstoornissen van aminozuren met vertakte keten en van vetzuren

phénobarbital
fenobarbital

phénobarbital sodique
fenobarbitalnatrium

produit contenant du phénobarbital sous forme orale
product dat fenobarbital in orale vorm bevat

intoxication par le phénobarbital
intoxicatie door fenobarbital

produit contenant du phénobarbital
product dat fenobarbital bevat

métabolite | substance organique qui participe au métabolisme
metaboliet | stofwisselprodukt

métabolisme | transformations qui s'accomplissent dans l'organisme
metabolisme | stofwisseling

catabolisme | phénomènes de dégradation du métabolisme
katabolisme | weefselafbraak

ostéodystrophie | désordre du métabolisme osseux
osteodystrofie | groeistoornis van het beenweefsel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

L’acide valproïque inhibe le métabolisme du phénobarbital.
Valproïnezuur remt het metabolisme van fenobarbital.

- Effets sur d’autres antiépileptiques L’inhibition des iso-enzymes 2C19 et 3A4 du CYPP450 peut provoquer des interactions pharmacocinétiques avec les produits suivants en inhibant leur métabolisme hépatique : phénobarbital, primidone, phénytoïne, carbamazépine, clobazam (voir rubrique 4.2), valproate de sodium (voir rubrique 4.2), diazépam (augmentation de la myorelaxation), éthosuximide et tiagabine.
- Effecten op andere anti-epileptica Remming van de CYP450-iso-enzymen CYP2C19 en CYP3A4 kan farmacokinetische interacties veroorzaken (remming van hun omzetting in de lever) met fenobarbital, primidon, fenytoïne, carbamazepine, clobazam (zie rubriek 4.2), valproaat (zie rubriek 4.2), diazepam (versterkte spierverslapping), ethosuximide en tiagabine.

Phénobarbital L’acide valproïque élève la concentration plasmatique de phénobarbital (par inhibition du métabolisme hépatique), ce qui peut entraîner une sédation, surtout chez l’enfant.
Fenobarbital Valproïnezuur verhoogt de plasmaconcentratie van fenobarbital (door remming van het levermetabolisme), wat kan leiden tot sedatie, vooral bij kinderen.

- Phénobarbital Le valproate augmente la concentration plasmatique de phénobarbital (en inhibant son métabolisme hépatique) ce qui peut entraîner une sédation, surtout chez les enfants.
- Fenobarbital Valproaat verhoogt de fenobarbital-plasmaconcentratie (als gevolg van de inhibitie van de hepatische afbraak) en sedatie kan optreden, vooral bij kinderen.

4.5 Interactions avec d’autres médicaments et autres formes d’interaction Le métabolisme des œstrogènes (et des progestatifs) peut être augmenté par l'utilisation simultanée d'inducteurs d’enzymes stimulant le métabolisme de médicaments, à savoir les enzymes du cytochrome P450, comme les antiépileptiques (p.ex. barbituriques, phénobarbital, phénytoïne, carbamazépine et méprobamate) ou les agents anti-infectieux (p.ex. rifampicine, rifabutine, bosentan et certains inhibiteurs non nucléosidiques de la transcriptase inverse comme la névirapine et l'éfavirenz).
van inductoren van geneesmiddel metaboliserende enzymen, met name cytochroom-P450- enzymen, zoals anti-epileptica (bv. barbituraten, fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine en meprobamaat) en anti-infectieuze middelen (bv. rifampicine, rifabutine, bosentan en bepaalde niet-nucleoside reverse transcriptase inhibitoren zoals nevirapine en efavirenz).

Inducteurs enzymatiques L'administration de rifampicine pendant 5 jours précédant l’administration d'une dose unique de sorafénib a induit une réduction moyenne de 37 % de l’ASC du sorafénib. D'autres inducteurs du CYP3A4 et/ou de la glucuroconjugaison (par exemple Hypericum perforatum, également connu sous le nom millepertuis, la phénytoïne, la carbamazépine, le phénobarbital, et la dexaméthasone) peuvent également augmenter le métabolisme du sorafénib et ainsi diminuer ses concentrations.
Inductoren van metabolische enzymen Toediening van rifampicine gedurende 5 dagen vóór de toediening van een enkelvoudige dosis sorafenib resulteerde in een gemiddelde vermindering van de AUC van sorafenib met 37 %. Andere inductoren van CYP3A4-activiteit en/of glucuronidering (bijv. Hypericum perforatum ook bekend als sint-janskruid, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital en dexamethason) kunnen eveneens het metabolisme van sorafenib verhogen en aldus de sorafenibconcentratie verlagen.

L'acide folique peut accélérer le métabolisme de certains antiépileptiques tels que le phénobarbital et la phénytoïne. Il peut également interférer avec l’action des antagonistes de l’acide folique tels que le méthotrexate, le triméthoprime et la pyriméthamine.
Foliumzuur kan het metabolisme van bepaalde anti-epileptica versnellen, zoals van fenobarbital en fenytoïne; het kan tevens interfereren met de werking van foliumzuurantagonisten zoals methotrexaat, trimethoprim en pyrimethamine.

Les médicaments augmentant le métabolisme de la félodipine par induction du cytochrome P450 3A4 sont, entre autres, la carbamazépine, la phénytoïne, le phénobarbital, la rifampicine ainsi que le millepertuis (Hypericum perforatum).
Geneesmiddelen die het felodipinemetabolisme verhogen door inductie van het cytochroom P450 3A4 zijn onder meer: carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine en het sintjanskruid (Hypericum perforatum).

D'autres médicaments inducteurs du CYP3A4 (exemple: dexaméthasone, phénytoïne, carbamazépine, phénobarbital ou préparations à base de plante contenant de l'Hypericum perforatum connu sous le nom de millepertuis) peuvent également augmenter le métabolisme et diminuer les concentrations plasmatiques de dasatinib.
Ook andere geneesmiddelen die CYP3A4 induceren (zoals dexamethazon, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital of kruidenpreparaten die Hypericum perforatum (ook bekend als sint-janskruid) bevatten, kunnen het metabolisme verhogen en de plasmaconcentraties van dasatinib verlagen.

Une co-administration d’inducteurs du cytochrome P450 (tels que rifampicine, carbamazépine, phénobarbital) peut intensifier le métabolisme du thiotépa et entraîner ainsi une augmentation des concentrations plasmatiques du métabolite actif.
Gelijktijdige toediening van inductoren van het cytochroom P450 (zoals rifampicine, carbamazepine, fenobarbital) kan het metabolisme van thiotepa versterken, wat leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van de actieve metaboliet.