Comme avec les autres antipsychotiques, il convient d’être prudent lors de la prescription de rispéridone à des patients dont on sait qu’ils présentent une maladie cardiovasculaire, des antécédents familiaux d’allongement de l’espace QT, une bradycardie ou des troubles électrolytiques (hypokaliémie, hypomagnésémie), car ces situations peuvent augmenter le risque d’effets arythmogènes, tout comme l’utilisation concomitante de médicaments connus pour prolonger l’espace QT.
Zoals met andere antipsychotica dient men voorzichtig te zijn bij het voorschrijven van risperidon aan patiënten met een bekende cardiovasculaire aandoening, QT-verlenging in de familiale voorgeschiedenis, bradycardie of verstoringen van de elektrolyten (hypokaliëmie, hypomagnesiëmie), aangezien dit het risico van aritmie kan versterken. Daarnaast dient men eveneens voorzichtig te zijn bij het voorschrijven van risperidon in combinatie met geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-interval kunnen verlengen.