en cas d’administration d’antihypertenseurs, comme des bêtabloquants, de sympathicomimétiques, de dihydroergotamine et d’amphétamines. pendant un traitement par des IMAO, y compris pendant les 2 premières semaines suivant l’arrêt du traitement. chez les enfants de moins de 12 ans.
in geval van ernstige nierinsufficiëntie, niet-gecontroleerde hyperthyroïdie, ernstige aritmieën, toename van de oogdruk of urineretentie. in geval van toediening van antihypertensiva, zoals ß-blokkers, van sympathicomimetica, dihydroergotamine en amfetamines. tijdens een behandeling met MAOI’s, ook gedurende de eerste 2 weken na stopzetting van de behandeling. bij kinderen onder de 12 jaar.