L'usager et la personne avec laquelle il constitue un ménage, doivent faire valoir leurs droits aux allocations sociales en matière de maladie et invalidité, chômage, accidents de travail, maladies professionnelles, pensions de retraite et de survie, garantie de revenus aux personnes âgées et revenu garanti aux personnes âgées.
De gebruiker en de personen met wie hij een gezin vormt, moeten hun rechten laten gelden op sociale uitkeringen inzake ziekte en invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, rust- en overlevingspensioenen, de inkomensgarantie voor ouderen en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.