L'article 202, § 1 , du CIR 1992, tel qu'il était applicable pour l'exercice d'imposition 2009, disposait : « Des bénéfices de la période imposable sont également déduits, dans la mesure où ils s'y retrouvent : 1° les dividendes, à l'exception des revenus qui sont obtenus à l'occasion de la cession à une soc
iété de ses propres actions ou parts ou lors du partage total ou partiel de l'avoir social d'une société; 2° dans la mesure où il constitue un dividende auquel les articles 186, 187 ou 209 ou des dispositions analogues de droit étranger ont été appliquées, l'excédent que présentent les sommes obtenues ou la valeur des éléments reçus,
...[+++] sur la valeur d'investissement ou de revient des actions ou parts acquises, remboursées ou échangées par la société qui les avait émises, éventuellement majorée des plus-values y afférentes, antérieurement exprimées et non exonérées; 3° les revenus des actions privilégiées de la Société nationale des Chemins de Fer belges; 4° les revenus des fonds publics belges et des emprunts de l'ex-Congo belge qui ont été émis en exemption d'impôts belges, réels et personnels, ou de tous impôts; 5° les revenus des titres d'emprunts de refinancement des emprunts conclus par la Société nationale du logement et la Société nationale terrienne ou par le Fonds d'amortissement du logement social.Artikel 202, § 1, van het WIB 1992, zoals het van toepassing was in het aanslagjaar 2009, bepaalde : « Van de winst van het belastbare tijdperk worden mede afgetrokken, in zover zij erin voorkomen : 1° dividenden met uitzondering van inkomsten die zijn verkregen naar aanleiding van de afstand aan een vennootschap van haar eigen aandel
en of naar aanleiding van de gehele of gedeeltelijke verdeling van het vermogen van een vennootschap; 2° in zover het een dividend betreft waarop de artikelen 186, 187 of 209 of gelijkaardige bepalingen naar buitenlands recht zijn toegepast, het positieve verschil tussen de verkregen sommen of de waarde van
...[+++] de ontvangen bestanddelen en de aanschaffings- of beleggingsprijs van de aandelen die worden verkregen, terugbetaald of geruild door de vennootschap die ze had uitgegeven, eventueel verhoogd met de desbetreffende voorheen uitgedrukte en niet vrijgestelde meerwaarden; 3° inkomsten uit preferente aandelen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen; 4° inkomsten uit Belgische overheidsfondsen of leningen van voormalig Belgisch-Kongo die zijn uitgegeven met vrijstelling van Belgische zakelijke en personele belastingen of van elke belasting; 5° inkomsten uit effecten van leningen tot herfinanciering van de leningen gesloten door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting en de Nationale Landmaatschappij of door het Amortisatiefonds van de leningen voor de sociale huisvesting.