3° Lors de l'examen initial, le demandeur présentant des antécédents médicaux établis ou un diagnostic clinique d'affection intestinale inflammatoire aiguë ou chronique doit être déclaré inapte (voir chapitre V, article 78, en tenant compte tout particulièrement des conditions entraînant l'inaptitude).
3° Indien bij het initieel onderzoek blijkt dat bij de aanvrager vaststaande medische antecedenten voorkwamen of de klinische diagnose wordt gesteld van een acute of chronische inflammatoire darmaandoening moet de aanvrager ongeschikt worden verklaard (zie hoofdstuk V, artikel 78; men zal in het bijzonder rekening houden met de omstandigheden die tot ongeschiktheid leiden).