Par «établissements», on entend notamment au sens du présent paragraphe les locaux où une activité économique est exercée, les bureaux, fabriques, usines, ateliers, magasins, remises, garages et terrains servant d’usines, d’ateliers ou de dépôts.
Onder «vestigingen» wordt, wat deze paragraaf betreft, inzonderheid verstaan: de lokalen waar een economische activiteit wordt uitgeoefend, de burelen, de fabrieken, de werkplaatsen, de opslagplaatsen, de bergplaatsen, de garages en de als fabriek, werkplaats of opslagplaats gebruikte terreinen.