La circonstance que la Cour de justice indique que ces montants ne doivent pas définitivement rester à charge de l'Union, en vertu de la portée du Statut, ne signifie toutefois pas que leur paiement, lorsque le décès du fonctionnaire européen est dû à un accident causé par un tiers, s'identifie nécessairement à la notion de dommage au sens des articles 1382 et 1383 du Code civil belge.
De omstandigheid dat het Hof van Justitie aangeeft dat die bedragen, krachtens de draagwijdte van het Statuut, niet definitief voor rekening van de Unie moeten blijven, houdt evenwel niet in dat de betaling ervan, wanneer het overlijden van de Europese ambtenaar te wijten is aan een ongeval dat door een derde is veroorzaakt, noodzakelijkerwijs wordt gelijkgesteld met het begrip « schade » in de zin van de artikelen 1382 en 1383 van het Belgische Burgerlijk Wetboek.