L'administration soutient que la cession d'un contrat de location-financement consenti dans les conditions prévues à l'article 44, § 3, alinéa 2, b, du Code de la taxe sur le valeur ajoutée ne bénéficie pas de l'exemption établie par l'article 159, 10º, du Code des droits d'enregistrement (décret du 19 septembre 1972, nº EE/82.9921 et circulaire du 15 mars 1973, nº 10).
De belastingdiensten gaan ervan uit dat de overdracht van een overeenkomst met betrekking tot onroerende financieringshuur, toegestaan overeenkomstig de voorwaarden uit artikel 44, § 3, tweede lid, b, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, niet in aanmerking komt voor de vrijstelling waarin artikel 159, 10º, van het Wetboek der registratierechten voorziet (decreet van 19 september 1972, nr. EE/82.921 en omzendbrief van 15 maart 1973, nr. 10).