« Pour ne pas entraver l'activité économique », le législateur a toutefois prévu la déductibilité, à titre de charges professionnelles, des « intérêts de dettes contractées en vue de la constitution, de l'augmentation du capital et de la reprise d'une société belge par l'acquisition des actions ou parts de cette société », à condition que « les intéressés exercent une activité productive d'une rémunération » (Doc. parl., Sénat, S.E. 1988, n° 440-1, p. 22).
« Om de economische activiteit niet te hinderen » werd evenwel voorzien in de aftrekbaarheid, als beroepskosten, « van de interesten van schulden aangegaan om een Belgische vennootschap op te richten, om haar kapitaal te verhogen of om ze over te nemen bij wijze van het verwerven van de aandelen of deelbewijzen van die vennootschap », op voorwaarde dat « de betrokkenen een activiteit uitoefenen die met een bezoldiging vergoed wordt » (Parl. St., Senaat, B.Z. 1988, nr. 440-1, p. 22).