Art. 3. Les ouvriers reçoivent, quel que soit le moyen de transport utilisé, l'équivalent de 80 p.c. du prix de la carte train mensuelle assimilée à l'abonnement social de 2ème classe (carte train) divisé par 0,77, pour la distance parcourue entre le domicile et le lieu de travail et ce à partir du premier kilomètre.
Art. 3. De arbeiders krijgen, om het even welk vervoermiddel gebruikt wordt, het equivalent van 80 pct. van de prijs van de maandelijkse treinkaart gelijkgesteld aan het sociaal abonnement 2de klasse (treinkaart) gedeeld door 0,77, voor de afstand afgelegd tussen de woonplaats en de werkplaats en dit vanaf de eerste kilometer.