5º en temps de guerre, contre un ressortissant belge, un étranger résidant en Belgique au moment de l'ouverture des hostilités, ou un ressortissant d'un pays allié de la Belgique au sens de l'alinéa 2 de l'article 117 du Code pénal, une infraction d'homicide ou de lésion corporelle volontaires, de viol, d'attentat à la pudeur ou de dénonciation à l'ennemi.
5º in oorlogstijd aan opzettelijk doden of opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, aan verkrachting, aanranding van de eerbaarheid of aan aanklacht bij de vijand, gepleegd tegen een Belgisch onderdaan, tegen een vreemdeling die bij het uitbreken van de vijandelijkheden in België verbleef, of tegen een onderdaan van een land dat bondgenoot van België is in de zin van artikel 117, tweede lid, van het Strafwetboek.