Il ressort des développements de la requête que le premier moyen invite la Cour, dans une seconde branche, à statuer sur la compatibilité de l'article 28 de la loi du 1 mars 2007 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec le principe de la sécurité juridique, en ce que la disposition attaquée créerait une différence de traitement entre, d'une part, les architectes et, d'autre part, les autres professionnels regroupés au sein d'un ordre professionnel, seuls ces derniers étant, selon les requérants, en mesure de déterminer avec certitude la durée du mandat des membres du conseil national de leur ordre professionnel.
Uit de uiteenzettingen van het verzoekschrift blijkt dat het Hof in het tweede onderdeel van het eerste middel wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 28 van de wet van 1 maart 2007 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre de bestreden bepaling een verschil in behandeling zou invoeren tussen, enerzijds, de architecten en, anderzijds, de andere beroepsbeoefenaars die binnen een beroepsorde zijn verenigd, waarbij alleen de laatstgenoemden, volgens de verzoekers, de duur van het mandaat van de leden van de nationale raad van hun beroepsorde met zekerheid kunnen kennen.