Le cercle des cinq États membres de départ s'est progressivement élargi à l'ensemble des quinze anciens États membres, avec l'entrée de l'Italie, en 1990, celle de l'Espagne et du Portugal, en 1991, de la Grèce, en 1992, de l'Autriche, en 1995 et de la Finlande, de la Suède et du Danemark (sous un régime spécial) en 1996.
De vijf oorspronkelijke lidstaten werden geleidelijk aan aangevuld met de andere van de vijftien oude lidstaten: Italië trad toe in 1990, Spanje en Portugal in 1991, Griekenland in 1992, Oostenrijk in 1995, en Finland, Zweden en Denemarken (krachtens een speciale regeling) in 1996.