h) il est inséré un 23° rédigé comme suit : « 23° compétence : faculté évaluable pour un individu de mobiliser, combiner, transposer et mettre en oeuvre des ressources individuelles ou collectives dans un contexte particulier et à un moment donné; par ressources, il faut entendre notamment les connaissances, les savoirs-faire, expériences, aptitudes, savoir-être et attitudes;
h) er wordt een 23° ingevoegd, luidend als volgt : « 23° competentie : capaciteit, evalueerbaar voor een individu, individuele of collectieve middelen in te zetten, te combineren, over te brengen en toe te passen in een bijzondere context op een bepaald ogenblik; door middelen wordt onder meer verstaan : kennis, know-how, ervaringen, vaardigheden, ingesteldheid en attitudes;