Vertaling van "Institut de l'Union de l'Europe occidentale " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Institut de l'UEO | Institut de l'Union de l'Europe occidentale
WEU-Instituut

Assemblée de l'Union de l'Europe occidentale
Vergadering van de Westeuropese Unie

Déclaration (n° 2) relative à l'amélioration de la coopération entre l'Union européenne et l'Union de l'Europe occidentale
Verklaring (nr. 2) inzake intensievere samenwerking tussen de Europese Unie en de West-Europese Unie

Union de l'Europe occidentale [ CED | Communauté européenne de défense | UEO ]
West-Europese Unie [ EDG | Europese Defensiegemeenschap | WEU ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

L’idée d’une politique de défense commune pour l’Europe remonte à 1948 et au traité de Bruxelles (ratifié par le Royaume-Uni, la France et les pays du Benelux) qui comprenait une clause de défense mutuelle et qui a ouvert la voie à l’Union de l’Europe occidentale (UEO).
In het jaar 1984 werd voor het eerst het idee van een gemeenschappelijk defensiebeleid voor Europa geopperd met het Verdrag van Brussel (ondertekend door het VK, Frankrijk en de Benelux) dat over een clausule inzake wederzijdse defensie beschikte en de weg vrijmaakte voor de West-Europese Unie (WEU).

Dans une recommandation de son assemblée, l'Union de l'Europe occidentale (UEO) a reconnu la nécessité de «développer une capacité européenne d'observation de la Terre pour les besoins de l'Europe en matière de sécurité».
De West-Europese Unie (WEU) erkent in een aanbeveling van haar Assemblee dat het noodzakelijk is een Europese ruimteobservatiecapaciteit te ontwikkelen met het oog op de Europese veiligheidsbehoeften [22].

En effet, les Pays d'Europe Centrale et Orientale (PECO) constituent à la fois un composant supplémentaire d'une Union élargie et un lien essentiel entre, d'une part, l'Europe occidentale et, d'autre part, les Nouveaux États Indépendants et les pays riverains de la Méditerranée.
De landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE's) zullen immers niet alleen zelf al een belangrijke aanwinst voor de Unie zijn, maar vormen daarnaast ook een essentiële schakel tussen West-Europa enerzijds en de nieuwe onafhankelijke staten en de Middellandse-Zeelanden anderzijds.

Exposé de M. Georges Clerfayt, député, concernant la résolution de l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe relative à l'« avenir de la coopération entre les institutions européennes » Annexes : ­ Note de réflexion du Praesidium de la Convention européenne, concernant le rôle des parlements nationaux dans l'architecture européenne ­ Contribution à la Convention européenne présentée par M. Karel De Gucht, membre de la Convention, concernant « Un autre rôle pour les parlements nationaux dans l'UE » ­ Contribution à la Convention européenne présentée par MM. Louis Michel et Pierre Chevalier, membres de la Convention, concernant « Le rôle des parlements nationaux dans l'Union européenne » ­ Résolution de l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe, concernant l'avenir de la coopération entre les institutions européennes ­ Résolution de l'Assemblée de l'Union de l'Europe occidentale sur le rôle des parlements nationaux dans l'Union européenne et plus particulièrement dans la PESD
Uiteenzetting door de heer Georges Clerfayt, volksvertegenwoordiger, over de resolutie van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa over de « toekomst van de samenwerking tussen de Europese instellingen » Bijlagen : ­ Inleidende nota van het Praesidium van de Europese Conventie, betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese structuur ­ Bijdrage aan de Europese Conventie van de heer Karel De Gucht, lid van de Conventie, betreffende « Another role for the national parliaments in the European Union » ­ Bijdrage aan de Europese Conventie van de heren Louis Michel en Pierre Chevalier, leden van de Conventie, betreffende « de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie » ­ Resolutie van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa over de « toekomst van de samenwerking tussen de Europese instellingen » ­ Resolutie van de WEU over de rol van de nationale parlementen in de EU en meer in het bijzonder in het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid

« DÉCLARATION DE L'UNION DE L'EUROPE OCCIDENTALE SUR LE RÔLE DE L'UNION DE L'EUROPE OCCIDENTALE ET SUR SES RELATIONS AVEC L'UNION EUROPÉENNE ET AVEC L'ALLIANCE ATLANTIQUE » (Traduction)
« VERKLARING VAN DE WEST-EUROPESE UNIE OVER DE ROL VAN DE WEST-EUROPESE UNIE EN HAAR BETREKKINGEN MET DE EUROPESE UNIE EN HET ATLANTISCH BONDGENOOTSCHAP » (Vertaling)

protection de la vie privée acquis communautaire Conseil de l'Union européenne Cour de justice de l'Union européenne radiodiffusion droits sociaux égalité homme-femme élargissement de l'Union européenne propriété intellectuelle droits de l'homme accord (UE) traité sur l'Union européenne Canaries Comité économique et social européen contrôle des migrations Cour des comptes européenne siège de l'institution Açores approfondissement de l'Union européenne libre circulation des personnes PESC acte législatif (UE) libre concurrence protection du consommateur culture ratification d'accord traité d'Amsterdam Madère lutte contre la discrimination traité CEEA coopération interparlementaire coopération judiciaire pénale (UE) droit d'asile protection de l'environnement droit de l'individu Parlement européen politique de l'emploi de l'UE Commission européenne traité CECA coopération policière (UE) principe de subsidiarité parlement national politique commerciale commune religion coopération renforcée marché unique traité CEE accord de Schengen bien-être des animaux santé publique Comité des régions département d'outre-mer juridiction administrative admission des étrangers citoyenneté européenne COSAC traités européens fraude contre l'UE politique sociale européenne Union de l'Europe occidentale transparence du processus décisionnel
eerbiediging van het privé-leven communautaire verworvenheden Raad van de Europese Unie Hof van Justitie van de Europese Unie radiouitzending sociale rechten gelijke behandeling van man en vrouw uitbreiding van de Europese Unie intellectuele eigendom rechten van de mens overeenkomst (EU) Verdrag betreffende de Europese Unie Canarische Eilanden Europees Economisch en Sociaal Comité controle van de migraties Europese Rekenkamer zetel van de instelling Azoren consolidatie van de Europese Unie vrij verkeer van personen GBVB wetgevingshandeling (EU) vrije concurrentie bescherming van de consument cultuur ratificatie van een overeenkomst Verdrag van Amsterdam Madeira bestrijding van discriminatie EGA-Verdrag interparlementaire samenwerking justitiële samenwerking in strafzaken (EU) asielrecht milieubescherming rechten van het individu Europees Parlement EU-werkgelegenheidsbeleid Europese Commissie EGKS-Verdrag politiële samenwerking (EU) subsidiariteitsbeginsel nationaal parlement gemeenschappelijk handelsbeleid godsdienst nauwere samenwerking interne markt EEG-Verdrag Akkoord van Schengen welzijn van dieren volksgezondheid Comité van de Regio's overzees departement administratieve rechtspraak toelating van vreemdelingen Europees staatsburgerschap COSAC Europese verdragen fraude ten nadele van de EU Europese sociale politiek West-Europese Unie openbaarheid van het besluitvormingsproces

immunité diplomatique PESC Institut d'études de sécurité de l'Union européenne ratification d'accord Centre satellitaire de l'Union européenne organisme de l'UE Union de l'Europe occidentale
diplomatieke onschendbaarheid GBVB Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie ratificatie van een overeenkomst Satellietcentrum van de Europese Unie EU-instantie West-Europese Unie

L'Union européenne, en collaboration avec l'Union de l'Europe occidentale, élabore des arrangements visant à améliorer la coopération entre elles.
De Europese Unie ontwikkelt samen met de West-Europese Unie regelingen voor intensievere onderlinge samenwerking.

Il existe quelque 3.300 établissements d'enseignement supérieur dans l'Union européenne, environ 4.000 dans l'Europe dans son ensemble, y compris les autres pays d'Europe occidentale et les pays candidats [9].
De Europese Unie telt ongeveer 3300 instellingen voor hoger onderwijs. Samen met de landen van Oost-Europa en de kandidaatlanden zijn het er ongeveer 4000 [9].