considérant que le secteur du travail domestique employait plus de 52 millions de personnes dans le monde en 2010, selon les chiffres de l'OIT, auxquelles s'ajoutent 7,4 millions de travailleurs domestiques âgés de moins de 15 ans, qui représentent entre 5 et 9
% de l'ensemble des emplois dans les pays industrialisés; que, selon le BIT, la majorité des emplois dans ce secteur sont couverts par des femmes, soit 83 %, de la main-d'œuvre domestique mondiale en 2010, et que l'Union européenne compte 2,5 millions de travailleurs domestiques, dont 88 % sont des femmes; que ce secteur se caractérise par une féminisation très marquée;
que les em ...[+++]ployés de maison, les auxiliaires de vie et les gardes d'enfants contribuent de manière non négligeable à la réalisation des objectifs en matière d'égalité des sexes de la stratégie Europe 2020 en fournissant à de nombreuses familles européennes l'infrastructure leur permettant d'établir effectivement un équilibre entre vie professionnelle et vie privée.overwegende dat de sector van het huishoudelijk werk volgens cijfers van de IAO in 2010 wereldwijd
meer dan 52 miljoen mensen tewerkstelde, met nog een bijkomende 7,4 miljoen werknemers van minder dan 15 jaar, wat neerkomt op 5 à 9 % van alle werkgelegenheid in de geïndustrialiseerde landen; overwegende dat volgens de IAO de meeste werknemers uit deze sector vrouwen zijn, in 2010 goed voor meer dan 83 % van het huishoudelijk personeel wereldwijd, en dat er van de 2,5 miljoen personen die als huishoudelijk personeel tewerkgesteld zijn in de EU 88 % van het vrouwelijke geslacht is; overwegende dat deze sector sterk vervrouwelijkt; overw
...[+++]egende dat huishoudelijk personeel en verzorgers een grote bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de gendergelijkheidsdoelstellingen van de Europa 2020-strategie doordat zij het voor veel gezinnen in de EU mogelijk maken een goede balans tussen werk en privéleven te vinden.