Lorsque les mesures d'instruction comportent une limitation de la liberté d'aller ou de venir, une saisie de biens matériels, une perquisition ou l'écoute, la prise de connaissance et l'enregistrement de communications et de télécommunications privées, l'intervention du magistrat désigné conformément au § 2 est obligatoire et se fait dans le respect des articles 35 à 39 et 90ter à 90novies du Code d'instruction criminelle.
Wanneer de onderzoeksmaatregelen een beperking inhouden van de bewegingsvrijheid, een inbeslagneming van materiële goederen, een huiszoeking of het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privé-communicatie en -telecommunicatie omvatten, is het optreden van de overeenkomstig § 2 aangestelde magistraat, met toepassing van de artikelen 35 tot en met 39 en 90ter tot en met 90novies van het Wetboek van Strafvordering, verplicht.