a) que l’installation est sûre et apte à l’usage prévu, et particulièrement qu’elle est conçue et construite pour résister en charge maximum à tout phénomène naturel, notamment aux forces les plus grandes du vent et de la mer relevées dans les annales météorologiques, aux secousses sismiques éventuelles, et qu’elle est adaptée à la configuration et à la stabilité du fond de la mer, ainsi qu’à la profondeur de l’eau;
a) de installatie veilig moet zijn en geschikt moet zijn voor het doel waarvoor ze wordt gebruikt, met name dat ze zo moet zijn ontworpen en gebouwd dat ze, behalve bij maximale belasting, bestand is tegen elke natuurlijke omstandigheid, met inbegrip van, meer bepaald, aan de hand van historische weerpatronen vastgestelde maximale wind- en golfcondities, aardbevingsrisico’s, de zeebodemgesteldheid en -stabiliteit en de waterdiepte;