1.4. Les moments d’inertie du fémur et du tibia, autour d’un axe horizontal traversant leur centre de gravité respectif et perpendiculairement à la direction de l’impact, sont respectivement de 0,127 ± 0,010 kgm2 et 0,120 ± 0,010 kgm2.
1.4. Het traagheidsmoment van het femur en de tibia, langs een horizontale as door het desbetreffende zwaartepunt en loodrecht op de botsrichting, bedraagt respectievelijk 0,127 ± 0,010 kgm2 en 0,120 ± 0,010 kgm2.