Sans préjudice de l'application des articles 7 et 242, si l'une des parties invoque des irrégularités, des omissions, des causes de nullité, l'irrecevabilité des poursuites ou l'irrecevabilité de la constitution de partie civile, elle doit le soulever, à peine de déchéance, dès l'audience d'introduction, sauf si le moyen concerne des éléments nouveaux apparus en cours d'audience.
Onverminderd de toepassing van de artikelen 7 en 242, indien een van de partijen onregelmatigheden, verzuimen, nietigheden, of de onontvankelijkheid van de vervolging of de onontvankelijkheid van de burgerlijke partijstelling inroept, moet zij deze, op straffe van verval, op de inleidingszitting opwerpen, behalve indien het middel betrekking heeft op nieuwe elementen die tijdens de terechtzitting aan het licht zijn gekomen.